De stad Bourbon-l’Archambault ontleent zijn naam aan Borvo, de Keltische god van het borrelende water.

Bourbon-l’Archambault is een zeer oude stad, waarvan de oorsprong teruggaat tot de prehistorie. De plaats werd vanaf de ijzertijd bezocht door Kelten en werd in de Romeinse oudheid een zeer actief kuuroord.

In de   Middeleeuwen werd de naam van de heren van de stad, de Archambaud, of Arkimbaldus in het Latijn, toegevoegd. Zij zijn de voorouders van alle leden van de familie de Bourbon, ongeacht de tak van het Huis.

Het kasteel

Pierre Gélis-Didot's plan of the castle, superimposed on land register

Het kasteel dat U gaat bezoeken was de thuisbasis van de familie Bourbon. In de 15e eeuw werd het een groot en prestigieus gebouw met een grote herenwoning (of z’n “Vieux-Logis” op Frans), kapellen en torens met reliëfs. Het is de vrucht van een lange architectonische evolutie en de huidige gevels dateren uit verschillende periodes. In de loop der tijd is het gebouw gesloopt, herbouwd, versterkt, aangepast, uitgebreid, verfraaid en gewijzigd, waardoor het moeilijk is om de constructieve evolutie te bestuderen.

De oudste overblijfselen dateren uit de 12e eeuw, maar het kasteel dat U vandaag gaat ontdekken dateert voornamelijk uit de 13e en 14e eeuwen. Een cruciale periode in de geschiedenis van de Bourbons, namelijk het begin van de 13e en 14e eeuw, omvat het einde van de heerlijkheid vanaf de tweede helft van de 13e eeuw tot het ontstaan van het hertogdom in 1327.

Het kasteel van de familie Bourbon, gebouwd op een granieten voorgebergte met een oppervlakte van bijna een hectare en gelegen op het kruispunt van oude verkeerswegen (wat de aanwezigheid van een bolwerk in Bourbon-l’Archambault verklaart), heeft ons een aantal bijzonder mooie overblijfselen nagelaten. Het beschermde een middeleeuwse buitenwijk in het oosten, genesteld aan de voet van het imposante gebouw.

De voorouders van de Bourbons namen in het midden van de 10e eeuw het Karolingische castrum op de Bourbonrots op in hun domein en maakten er een versterkt kasteel van. Het zou vier eeuwen lang de zetel van hun macht en de basis van hun territoriale uitbreiding zijn.

Het kasteel, dat van generatie op generatie werd verbouwd, werd waarschijnlijk aan het begin van de 13ee eeuw, onder Mathilde I en haar echtgenoot, Guy de Dampierre, een naaste medewerker van Philippe Auguste, door een grote campagne van werkzaamheden omgetoverd tot een Filipijns kasteel.

Archambaud VIII (1216-1242) schijnt een groot uitbreidings- en wederopbouwproject te hebben ondernomen.  Dit was tijdens het bewind van Saint Louis. Het kasteel besloeg nu de hele rotsachtige kaap.

Vervolgens gaven de laatste heren van Bourbon aan het einde van de 13e eeuw en Louis I eerste hertog van Bourbon in 1327, ook opdracht voor grote werken.

Aan het einde van de 14e eeuw, voerde Louis II (derde hertog van Bourbon) ook grote werkzaamheden uit in het kasteel, met name dankzij de koninklijke schenkingen van zijn zwager, Karel V de Wijze, koning van Frankrijk. Deze werkzaamheden tussen 1370 en 1380 omvatten de bouw van:

  • De Tour Amirale (waar nu de receptie/winkel van het kasteel is gevestigd),
  • Uitbreiding en verhoging van “Vieux-Logis”,
  • Het verhogen van alle flankerende torens,
  • De versterking van de hoge binnenplaats in het zuiden (vierkante torens en “Logis-Neuf”, oftewel nieuwe herenwoning),
  • De Qui-Qu’en-Grogne toren. De toren werd pas voltooid onder Jean l (toen in handen van de Engelsen in Londen) in de jaren 1420 ter gelegenheid van het huwelijk (1425) van zijn zoon, de toekomstige Charles l (1434-1456), met Agnes van Bourgondië.

 

Tot slot lijkt de woning een laatste renovatie te hebben ondergaan in de 15e eeuw onder Jean II, zesde hertog van Bourbon.

Hertog Louis II staat bekend om zijn deelname aan de herovering van het koninkrijk onder Karel V (tijdens de Honderdjarige Oorlog), om zijn politieke rol onder Karel VI (hij nam deel aan de Regentenraad en de Raad van Ooms vanaf 1392) en om de versterking of wederopbouw van zijn kastelen in Bourbonnais.

Hij liet ook zijn naam achter in de geschiedenis door de bouw van zijn Petit Bourbon herenhuis aan de poorten van het Louvre in Parijs, waaraan hij aanzienlijke sommen uitgaf en waarvan het auditorium, het grootste in Parijs tot de 17e eeuw, in 1660 werd vernietigd. Het prinsdom van Louis II luidde een paleisachtige architectuur in die voorbestemd was om te wedijveren met die van de monarchen en zijn neven.

© Maart 2024

Vue cavalière de Pierre Gélis-Didot, 1876